Ik had hem al vele jaren niet gezien.
Ouderdom tekende zijn gezicht.
Z`n ogen hadden de intense glans als voorheen.
Het oude huisje had hij ingeruild voor een moderne versie
Ik plaatste hem steeds in het oude huisje van vroeger.
De alom geijkte vragen ontweek hij ,
in plaats daarvoor zong hij een lied uit z`n jeugd.
Kende ik het nog ?
Over de vrijheid ,de groene weilanden ,
de bomen van het bos , geen verboden .
VRIJHEID.
Z`n ogen werden zacht
en waakzaam ,wie is betrouwbaar.
Hij wees naar het portret van zijn overleden vrouw.
Mijn vrouw zei hij.
Ja ik kende haar nog zoals ze vroeger was.
Was het ook verleden tijd of toch niet?
In gedachten was hij bij haar.
Zijn ledematen lieten hem
in de steek alles ging moeizaam.
Langzaam hees hij zich uit de stoel ,
liefde vol nam ik afscheid,
zal ik hem nog een keer zien ?
Vroeg ik mij af.
Misschien zei hij.
Adriana Vriesman.