
Stil verlangen.
Zoals een kabouter loop ik met kleine stapjes
Naar de bloemen naast het huis.
De kabouter die zijn huis heeft
In de stam van de appel boom in de boomgaard.
Hij heeft slechts 1 een druppel water nodig
om te spiegelen in die druppel
ik zie de Kanoet vliegen Langs de zee en het strand
En vraag ik Kanoetje hoe doe je dat nu ?
Zo uit dat verre Rusland tot Mauritanië.
Ik zie stille stranden en het vele voedsel
van visjes en garnaaltjes en zo veel meer.
Is dat genoeg om van te leven, vraagt kaboutertje.
Er is vanzelf ook wind veel wind en hitte in de zomer
Kaboutertje kijkt in zijn water druppel
Is dat genoeg om te leven vraagt hij.
Wil je oorlog zien zegt Kanoetje en misbruikte kinderen
Die op straat leven zonder huis of genoeg kleding voor de kou.
De ouderen die in krotjes wonen zonder warme kachel als het winter wordt .
Je weet toch hoe weinig mensen de gelegenheid krijgen om te leven .
Kanoetje wat een mooi leven heb jij .
Je vliegt heel de kust af langs zee en stranden en vindt daar je voedsel
Dat zou voor de mens toch ook genoeg zijn, zegt kaboutertje
Wij torsen nu met de Carona vele van ons bezwijken er onder,
zij krijgen geen lucht meer om te ademen en gaan dood in bed.
Heel de wereld zucht onder de Carona ,
willen geen fysiek contact meer met de mede mens .
Zo bang besmet te worden met de carona.
Er is geen weg meer terug en we worden bang .
Hebben plotseling geen wensen meer,
weten niet hoe nu verder.
Konden we nu maar leven zoals voor heen,
Leven zonder angst voor onze kinderen en ouders .
Zoals het Kanoetje, vliegen langs stranden en zee en een visje vangen.
Of zoals dat kaboutertje dat zorgt dat volgend voorjaar weer de bloemen bloeien .
Dat wil je toch zo graag zien gebeuren .
Guda Adriana Vriesman.