`t is schone ramp.
Zo lief zo mooi tussen de lakentjes
een droombeeld van een baby’tje
mijn eerste kind in een schoon wiegje
een reuze vreugde huppelt in mij
alleen dit en niets anders dan mijn baby.
Wat wist ik van een dichte bomenwoud
van een milde zon in de avonduren
een huilend wind om het `t huis
en van lege marktstallen om op te bouwen.
De glans van de toverspiegel
liet mij de koningin zijn in mijn rijk
van toekomst en een geweldig leven
ik zetelde op mijn troon van moeder zijn .
`t was een ramp ik was gewoon moeder
men zei het kind moet naar school
men zei hij is intelligent maar zo speels
ik zei het is mijn kind zo mooi en goed
Men zei uw kind kijkt naar meisjes
niet aan gedacht zo snel wat een ramp!
meisjes hoe zal zij zijn
blond ,bruin, dik, of dun zo modern
Mijn ogen keken omhoog
en kijk hoe groot is hij gegroeid
Ik zag hem zo schoon in het wiegje
tussen de schone lakentjes zo lief
Adriana Vriesman