Een voorjaar regen maakt het gras groen
het levensbootje schommelt in dat lente groen
en mijn prins in schone zaken
hoe ijdel gelijk mijzelf.
De lucht als een roze perzik,
de maan als een zwellende diamant,
een zwevend bestaan in een nieuwe leven
zwevend zoekend naar gelijkheid
met bloemen en kruiden uit het zuiden
waaien zoete geuren uit het zuiden aan.
Tere herinneringen;
je wordt verleid door de nimf nostalgie.
Mijn smaak is veranderd bericht ik aan vrienden
ik kap alle dorre takken van `t bos.
De zon schiet haar licht op mijn gelaat
er ligt groei in de diepte van mijn geest
schaduwen waai ik weg met pauwenveren
een helder blauwe lucht tuimelt naar beneden
het windje wrijft zachtjes langs mijn wang.
Adriana Vriesman.