Zonnetje je schijnt nu zo zacht.
de zomer is er geweest.
bloemen verwelken van kleur.
zaden laten zich zien.
ik buk mij , ze te rapen.
koester ze,
om wat eens zo mooi was.
ik werp mij op der aarde.
blijf, blijf, bij me mooie bloem.
waarom vallen nu je mooie blaadjes.
je steel wordt slap en lusteloos.
dikke tranen vallen over mijn wangen.
ik ruik nog de vage bloemengeur.
hoelang moet ik wachten.
moet ik alleen de koude winter door.
ik fluister kom volgend jaar weer.
ik zal je zoeken.
je welkom heten.
met eerste sprietje groen.
die je mij toont.
Adriana-Vriesman