Het wandelpad.
De bomen en struiken op mijn wandelpad
steken zich in `t tere groen
lente zon buigt zich zachtjes er over heen.
Mijn bruidskleed is doorschijnend wit
Levendig en vluchtig waait het zich uit.
Mijn ogen zien reeds het diepe bruin en rood
komen van de vallende bladeren
die zich laten vallen voor mijn voeten
zij stuiven mij voorbij
de voorbije herinneringen waaien mee.
Verder en verder op blijven zij liggen
tot het vergaan van emoties
van een zomer met oudheden.
In `t schone met het bedekken
van zachte sneeuw vlokken,
zo puur als de natuur.
Zoek ik naar nieuwe woorden
zij zullen vallen als zachte sneeuw vlokken
en zullen smelten met de eerste zonnestralen
geen enkele strenge vorst zal blijvend zijn.
Mijn wandelpad tooit zich steeds weer
met het tere jonge groen van een ontstane lente.
de takjes elegant en teer verbazen ieders oog.
Adriana Vriesman.