De zwammende dronkaard klaagt z n liefde,
het leven verdampt over hem heen,
het mos gonst onder de struiken,
dingen vallen voorgoed neer en verdwijnen.
Sierlijk is iets van jouw geest,
bloot onder de gele maan ,
zoekt zij naar haar zonnebril.
Een spook met een vleugje herinnering,
goudvliegje fladdert onder jouw licht.
Als een bultenaar hobbel je in t schemer
starend naar de gesloten luiken,
het gele licht spietst tussen de kieren,
Verblind je zicht.
Je zonnebril dobbert in het zwarte water tussen de lelies
je wordt ontschorst als een bruid .
De regen ruist gelijk met drie tonisch koren,
een egel dribbelt je voorbij,
een verdord blad in een monogaam verwaaid,
alles is zo krom,
de blauwe lucht versneden in het indigo van de nacht.
Adriana Vriesman.