Aangemoedigd door zijn zang
in een sobere schuur
bleef ze ademloos staan
de Troubadour zoals hij daar staat,
haar blonde haren glansden goud
door de warme gloed van de zon
die schuin naar binnen viel.
Zijn bruine ogen met de kleur van
de Afrikaanse zon glansden brons.
Zij peinsde dit gaat voorbij…..
de troubadour hij reisde
door het maagdenland
zijn stem tilde haar mee.
naar het sappige groen
hem zo wereld vreemd.
Zij peinsde dit gaat voorbij….
alle gewaden zijn afgelegd
oude huizen afgebrokkeld
nieuwe worden gebouwd
het verlangen wordt bezongen..
De troubadour met zijn stem
donker en zacht, bemind hij de wereld
geen kou kan hen bezoeken
de zomernacht buigt zich over hen.
De troubadour zijn jubileum
groots en wijs,
damp bellen drijven vrolijk mee
in vrolijke kleuren die
omringen beiden vertrouwelijk.
Hun ogen ontmoeten elkaar en
vloeien samen in het jubileumfeest.
© Guda