Lichtjes dansen over het water.
Was ik ook maar zo weids en groot.
Elfjes die zweven komen nader.
Golfjes deinen, het water is zo bloot.
Zie de schittering van de Zon.
Even over de hoofdjes van de elfjes.
Een schoonheid in elke vorm.
Zij houden in elke hand duizend kelkjes.
Daar komt de snelle boze wind.
Niets van dit alles wat je vindt.
Hier sta ik in het hoge gras.
Met een hoge kraag op mijn jas.
Mijn droom is nu verstoord.
Wat ik zag was ongehoord mooi.
Adriana