U heeft mij daar gezien
in de jonge meisjes jaren
ontstuimig en een en al durf.
Besproei ik U
nu met mijn zweet
over al dat leed,
….ik vergeet.
Ja ik weet ik ben uniek.
Er is mij een vreemde
ontroering ontvallen
Ik oude dame
met in haar winterkleed
lente bloemen geweven.
Sneeuw zit in de lucht
geen blad aan de boom
`t ijs strak in een sloot.
Waar blijft de lentetooi?
Zomert het nu al in uw hoofd?
bent U het vergeten?
…het is een troost..
bij het opruimen van uw hoofd.
GUDA