Het papier zo geduldig zo vluchtig
Met mijn pen geef ik het rood in de lucht,
Van de late zonnestralen in de vroege avond weer.
Melodieën van herinneringen bereiken mijn gevoel
Daar de verbrande boerderij het ijzeren hek en de boomgaard
Het huis van het vriendinnetje met
aan beide zijden van het pad de suikerperenbomen
het stadhuis waar ik trouwde, de slager, de bakker in dat witte huisje
in mijn feeënrijk meende ik de oude weg te herkennen
aan te kloppen bij oude gezichten .
alleen ik ben de vreemdeling die zich spoed in herinnering.
De vergezichten versluieren zich stemmen verstommen.
Mijn hart ontwaakt ziet het jonge groen dat ontspruit.
Een warme zomer rekt zich uit naar de winter.
Adriana Vriesman.